De rendementen voor de bepaling van de heffing van belasting in box 3 zijn voor een groot aantal personen aanleiding om op fiscale verkenningstocht te gaan. Het rendement voor de overige bezittingen in box 3 bedraagt 6,17%. Bij een belastingtarief van 32% leidt dit tot een belastingdruk van 1,974% in box 3. Tijd om eens na te denken hoe dat zit indien deze bezittingen vanuit de BV worden belegd en hoe de belasting box 2 in combinatie met de verschuldigde vennootschapsbelasting er uit ziet.
Box 3
Heffing in box 1 is pas aan de orde indien het totaal van bezittingen minus schulden meer bedraagt dan de vrijstelling ad € 57.000. Indien daarvan sprake is moeten bezittingen en schulden worden gesplitst om zo een gemiddeld rendementspercentage te berekenen over het totale bedrag na de toepassing van de vrijstelling van € 57.000. De bezittingen worden gesplitst in bank- en spaargelden waarover een rendement van 0,36% geldt en voor de overige bezittingen geldt een rendementspercentage van 6,17%.
Voor de schulden geldt een negatief rendement van 2,56%. Mocht het daadwerkelijk rendement lager zijn dan kunt u bezwaar maken. Ingaande het jaar 2026 komt er een nieuw stelsel voor de bepaling van het rendement in box 3. Naast de werkelijk gerealiseerde rendementen worden ook waardeveranderingen van bezittingen meegenomen en belast, ook al is dit niet gerealiseerd.
Box 2
Indien gelden worden belegd in de BV en u heeft een belang van 5% in het totale aandelenkapitaal van deze BV dan is belast hetgeen uit de BV wordt uitgekeerd als dividend voor de inkomstenbelasting in box 2 belast met 26,9%. Dividend is het gerealiseerde resultaat van de BV na vennootschapsbelasting wat ter beschikking wordt gesteld aan de aandeelhouder. Let wel; wanneer er dividend wordt uitgekeerd bepaalt u als aandeelhouder zelf indien u de meerderheid van de aandelen bezit.
De BV en vennootschapsbelasting
Het resultaat van de BV wordt jaarlijks belast met 19% vennootschapsbelasting. Indien de BV louter en alleen beleggingen heeft dan loont het de moeite om de vergelijking te maken met de belasting in box 3. Bij eenzelfde rendement van 6,17% wordt er 1,172 aan vennootschapsbelasting geheven. Het restant ad 4,998 hoeft pas te worden uitgekeerd als u als aandeelhouder dat wenst en dan pas is de heffing van box 2 voor de inkomstenbelasting van toepassing.
Verder is van belang om te weten dat indien bijvoorbeeld de beleggingen uit aandelen bestaan de waardering van de aandelen per balansdatum een belangrijke rol spelen. Voor het nemen van koerswinst op de resultaten van deze aandelen hoeven alleen de gerealiseerde resultaten in aanmerking te worden genomen. Aandelen die niet verkocht zijn kunnen worden gewaardeerd op aankoopwaarde of lagere marktwaarde per balansdatum. Dit zou in bepaalde situaties zelfs kunnen leiden tot het in aanmerking nemen van (ongerealiseerd) verlies!
Toekomstige ontwikkelingen box 3 en beleggen vanuit de BV
Gezien de plannen ingaande 2026 om een stelsel van voor box 3 in te voeren waarbij ook ongerealiseerde rendement in aanmerking worden genomen is het zaak om nu na te gaan denken om eventueel beleggingen in de BV onder te brengen en vanuit de BV te gaan beleggen.