Veel directeuren-grootaandeelhouders (dga’s) hebben in hun eigen huis een werkruimte waarin zij regelmatig actief zijn voor hun bv. Veel dga’s weten niet precies hoe deze ruimte in fiscaal opzicht behandeld moet worden. En dat is niet zo gek, want de regels zijn tamelijk ingewikkeld. Zelfs voor een deskundige is het taaie kost. Dit artikel zet de regels voor u op een rij en geeft ook aan wat de gevolgen voor uw privésituatie zijn.

Om te bepalen hoe uw werkruimte thuis fiscaal gezien behandeld moet worden, moet u eerst antwoord geven op de vraag of er sprake is van een fiscaal erkende werkruimte. Dit is het geval als de werkruimte aan twee voorwaarden voldoet:

• Het zelfstandigheidscriterium: Dit houdt in dat de werkruimte een eigen opgang of ingang moet hebben en over een eigen sanitaire voorzieningen moet beschikken. Daarnaast heeft de wetgever aangegeven dat moet worden meegewogen of de ruimte extra kosten voor u met zich meebrengt en of de ruimte als werkruimte aan een derde verhoord zou kunnen worden. Een slaap- of een zolderkamer in de woning valt dus wegens het gebrek aan zelfstandigheid niet onder het begrip werkruimte. Een tot kantoor verbouwde garage met een eigen ingang en een eigen toilet valt wel onder het zelfstandigheidscriterium.

• Het inkomenscriterium: Als u ook ergens anders over werkruimte beschikt, moet u ten minste 70% van uw arbeidsinkomen in de werkruimte thuis verdienen. Heeft u géén andere werkruimte dan moet u ten minste 70% van uw arbeidsinkomen in of vanuit de werkruimte thuis verdienen én moet u tenminste 30% van uw arbeidsinkomen in de werkruimte verdienen. Dit laatste betekent dat u minimaal 30% van de tijd ook daadwerkelijk in de werkruimtethuis moet doorbrengen. Heeft u ook een bedrijfspand waar u het grootste deel van uw tijd werkt, dan zal dus niet aan het inkomenscriterium voldaan worden en kunt u de ruimte thuis niet als werkruimte in fiscale zin beschouwen.

Eigenwoningforfait
Als er sprake is van een fiscaal erkende werkruimte, is de vergoeding (huur) die u van uw bv ontvangt voor de ruimte bij de bv aftrekbaar van de winst. Voor u valt zowel de werkruimte zelf als de ontvangen vergoeding onder de terbeschikkingsregeling (TBS-regeling). Dit betekent onder meer dat het werkruimtedeel van de woning in box 1 valt, in plaats van in box 3. Wel is het zo dat dit gedeelte niet wordt meegerekend voor het eigenwoningforfait. Bij de TBS-regeling moet u de huur die de bv aan u betaalt, op zakelijke gronden vaststellen. Hierbij mag u dus geen gebruikmaken van de WOZ-waarde, zoals in de loonheffingssfeer gebeurt.

De huuropbrengst valt bij u in box 1 (inkomsten uit werk en woning), maar alle aan de werkruimte toerekenbare kosten – zoals verzekeringskosten, kosten van verlichten en verwarming, onderhoudskosten en andere zakelijke lasten – zijn aftrekbaar. Als u de woning uiteindelijk verkoopt, is de gerealiseerde vermogenswinst op het werkruimtedeel belast. Het is daarom ook nodig dat de waarde van de werkruimte zelfstandig wordt vastgesteld, want anders kan bij verkoop niet worden vastgesteld hoe hoog de vermogenswinst is. De waarde van de werkruimte is niet per definitie gelijk aan een evenredig deel aan de totale waarde van de woning.

Voordeliger
Als er géén sprake is van een fiscaal erkende werkruimte, is een eventuele vergoeding van de bv aan u bij de bv óók aftrekbaar van de winst. Voor u geldt dan dat deze vergoeding beschouwd wordt als belast loon en dat de werkruimte net als de rest van uw woning onder de eigenwoningregeling valt en de eventuele waardestijging onbelast is. Bij een behoorlijke waardestijging kan dit voor u voordeliger zijn dan wanneer er wel sprake is van een fiscaal erkende werkruimte.

Al met al is het lastig om een goed beeld te krijgen wanneer u nou precies aan de genoemde criteria voldoet. Zelfs als dat zo is, is er niet echt sprake van een groot fiscaal voordeel.

Neem vrijblijvend contact op met Nettax