Op Prinsjesdag 2016 is een wijziging aangekondigd voor de btw en oninbare vorderingen. Deze voorgestelde wijziging is wat ondergesneeuwd bij de vele andere onderwerpen die aan bod zijn gekomen op Prinsjesdag. Het is echter wel een wijziging die voor ondernemers van groot belang is!

Btw en oninbare vorderingen – hoe zit het nu?

Als ondernemer is het natuurlijk al heel vervelend als u niet betaald krijgt. Nog vervelender is het dat u de btw over de door u geleverde prestatie al wel heeft afgedragen. U heeft dan immers btw afgedragen maar niet ontvangen. Momenteel is het zo dat u deze al betaalde btw wel kan terug krijgen, maar dat moet via een speciaal verzoek en kan dit pas nadat helemaal zeker is dat er niet betaald gaat worden. Dit proces neemt veel tijd in beslag.

Btw en oninbare vorderingen – regeling vanaf 2017

Vanaf 2017 is geen speciaal verzoek meer nodig om de al afgedragen btw terug te krijgen van de fiscus. U kunt dit zelf doen via uw gewone btw-aangifte. Wel moet u nog minimaal één jaar (na opeisbaar worden vordering) wachten totdat u de btw over de oninbare vordering mag terugvragen. U hoeft daarentegen niet meer aan te tonen dat u definitief niet meer betaald zal worden. Mocht dit uiteindelijk toch (deels) gebeuren, kunt u eveneens via uw gewone btw-aangifte dit weer aangeven.

Niet betalen van vorderingen en btw – hoe zit het nu?

Voor de keerzijde van bovenstaande zijn ook wijzigingen aangekondigd. Stel dat u als ondernemer niet in staat bent om al uw betalingen te doen, maar wel de btw in aftrek hebt genomen. Momenteel is het zo dat u deze btw alsnog zult moeten voldoen wanneer en voor zover het redelijkerwijs moet worden aangenomen dat u niet of niet geheel zult betalen. Dit is in elk geval zo na verloop van twee jaren.

Niet betalen van vorderingen en btw – regeling vanaf 2017

Net zoals bij de regeling voor btw en oninbare vorderingen, geldt voor deze categorie dat u de niet betaalde btw op uw gewone btw-aangifte moet aangeven. U móet dit doen na afloop van één jaar nadat de vordering opeisbaar is geworden. Indien u dit dat niet doet, volgen strenge maatregelen in de vorm van boetes.

Overgangsrecht: pas op!!

Om de overgang van de oude regels naar de nieuwe regels soepel te laten verlopen is er een overgangsregeling in het leven geroepen. Deze overgangsregeling kan echter een grote valkuil zijn. Het overgangsrecht bepaald namelijk dat vorderingen uit 2015, geacht opeisbaar te zijn op 1-1-2016. Op deze wijze kan dus per 1-1-2017 btw op oninbare vorderingen worden teruggevraagd. Echter is het voor de ondernemers die niet in staat om aan hun betalingsverplichtingen te doen een grote valkuil. Bijvoorbeeld: indien een ondernemer een vordering opeisbaar per 30-12-2015 heeft, zou onder de oude regeling hij pas op 30-12-2017 de verschuldigde btw moeten aangeven. Onder de huidige regeling moet dat dus al per 1-1-2017. Let hier goed op!

Conclusie

Wees u ervan bewust dat de regels omtrent oninbare vorderingen en btw gaan wijzigen vanaf 2017. U kunt (waarschijnlijk) eerder de betaalde btw terugkrijgen als u niet van uw afnemer betaald krijgt. De keerzijde is dan weer voor de ondernemers die niet aan hun betalingsverplichtingen kunnen voldoen. Deze moeten ook eerder de verschuldigde btw gaan aangeven en betalen. Het hele proces om btw terug te krijgen of om aan te geven is wel vereenvoudigd. Het kan gewoon via uw normale btw-aangifte.

Neem vrijblijvend contact op met Nettax