Marten Visser

Marten Visser

FISCALIST, AUTEUR &

BEDRIJFSADVISEUR

Box 3 of toch box 2 ?

De contouren van de toekomstige Wet werkelijk rendement box 3 (beoogde ingangsdatum 1 januari 2027) worden steeds duidelijker. Dit noopt menig belastingplichtige tot serieus denkwerk om na te gaan op welke wijze men in de toekomst wil gaan beleggen: in box 3 of toch in box 2 (via de eigen BV)

Het al aanwezig zijn van een bestaande eigen BV

In menig situatie is het vaak niet mogelijk om vermogen vanuit een al bestaande BV te onttrekken. Indien de BV bijvoorbeeld een pensioen- of stamrechtverplichting dan moet er vermogen worden aangehouden in de BV. Ook komt het voor dat er door de BV nog activiteiten worden ontwikkeld en men loon geniet vanuit deze BV welke benodigd is voor het dagelijks levensonderhoud. Of de BV bezit ontroerend goed welke wordt verhuurd. Kortom: er doen zich veel situaties voor waarbij het overhevelen van vermogen naar privé en daar te beleggen in box 3 (als men dat al zou willen) niet mogelijk is.

Waarom het beleggen in een effectenportefeuile door de BV aantrekkelijk kan zijn

Bij de waardering van de effectenportefeuille per einde van het jaar kan gebruik worden gemaakt van de fiscale waarderingsmethoden volgens het zogenaamde “goedkoopmansgebruik”. Inhoudende dat deze effecten worden gewaardeerd tegen het bedrag van of de aanschafwaarde of de lagere beurswaarde, maar niet de hogere beurswaarde per balansdatum. Dit houdt in dat men door dit systeem te hanteren nooit ongerealiseerde winsten hoeft te nemen. Per saldo wordt er dan alleen maar winst (of verlies) gerealiseerd op moment van de daadwerkelijke verkoop. Dit in tegenstelling tot de toekomstige methode in box 3; daar wordt geheven over zowel de in het jaar gerealiseerde resultaten en over de ongerealiseerde resultaten per balansdatum.

Tarief voor de vennootschapsbelastingen uiteindelijk de heffing in box 2

Het tarief voor de vennootschapsbelasting is19% over de eerste € 200.000 en daarboven geldt een percentage van 25,8%. De winst die overblijft wordt eerst toegevoegd aan de winstreserves die uiteindelijk een keer moeten worden uitgekeerd aan de aandeelhouder die er dan 33% aan inkomstenbelasting box 2 over betaald. Per saldo betaalt men dan 45,73% in totaal aan belasting (bij aanname van een winstbedrag van € 200.00 voor vennootschapsbelasting).
Dit lijkt meer dan de verschuldigde belasting van 36% box3 voor de inkomstenbelasting. Doch men moet bedenken dat het moment waarop de winstreserves vanuit de BV worden uitgekeerd door de aandeelhouder zelf wordt bepaald. Zo kan men dus jaren winsten oppotten in de BV.

Het storten van kapitaal in de eigen BV

Wil men een effectenportefeuille opbouwen in de eigen BV dan kan dat door geld of effecten vanuit privé in te brengen in de BV. Dit kan bijvoorbeeld door het aandelenkapitaal uit te breiden of agio te storten in de BV. Over deze bedragen is dan geen box 3 inkomstenbelasting meer verschuldigd in privé.

Moet er rekening worden gehouden met uit te keren gebruikelijk loon?

Het gebruikelijk loon wat de directeur groot aandeelhouder dient te genieten is € 56.000 (cijfer 2024). Dit als er daadwerkelijk arbeid wordt verricht. Doch indien alle werkzaamheden worden uitbesteed en men eigenlijk zelf niets anders doet dan minimale controle dan hoeft er geen gebruikelijk loon worden vergoed. Dit wordt in aanmerking genomen op moment dat deze activiteiten kunnen worden gewaardeerd op een bedrag van minder dan € 5.000 per jaar. Let op: er mag dan ook daadwerkelijk geen loon worden uitgekeerd.

De informatie in de artikelen heeft een signalerend karakter, is niet bedoeld als advies en de ontvanger/gebruiker kan hieraan geen rechten ontlenen. Tekst: Ondanks de zorgvuldige samenstelling van de inhoud van deze artikelen kan Nettax BV geen enkele aansprakelijkheid aanvaarden voor schade, direct dan wel indirect, ten gevolge van eventuele fouten, vergissingen of onvolledigheden van de aangeboden informatie. De artikelen kunnen verwijzen naar andere websites en andere bronnen.

Deel dit artikel